11/3/2022 0 Comments Juf, het is oorlog!De kinderen komen verhit het atelier in. Ze hebben pauze gehad en zijn buiten geweest. Dat het oorlog is weet ik. Ik heb er in het begin slecht van geslapen, maar het went, kennelijk, want de steen in mijn maag die ik regelmatig voelde sinds 23 februari is er nu alleen nog als ik door de nieuwsberichten op mijn telefoon scrol.
In de eerste week na de vakantie toen de oorlog nog geen week oud was, gingen de kinderen spontaan gelukspoppetjes maken in het atelier, om te verkopen, 'voor Oekraïne'. Gisteren maakte een jongen uit groep 8 een grote poster met 'Fuck Poetin' erop en merkte ik tot mijn schrik dat ik dat 'normaal' vond, terwijl de eigen leerkracht wel wat bedenkelijk keek. We hadden nog wel gesproken over de schrijfwijze Poetin en Putin. Over 'Fuck' had ik niks gezegd, terwijl ik het natuurlijk had kunnen, of moeten, ombuigen naar 'Stop Poetin', maar ja. De hele wereld roept 'Fuck Putin'. De meningen over indoctrinatie op scholen zijn niet mals, maar ik zie dat de oorlog leeft onder de kinderen. Of ik het nou leuk vind of niet. En nee, oorlog is niet iets waar kinderen mee bezig zouden moeten zijn. Maar het is de realiteit. De wereld komt binnen. In mijn jeugd kwam er een afschuwelijke hongersnood in Afrika binnen, Live Aid 1985. Later: de inval in Irak, 11 september 2001. In het hier en nu, met de informatievoorziening die er is en met de globalisatie die we op dit moment kennen, zullen we geconfronteerd worden en blijven met de ellende in de wereld. Dichtbij en ver van ons bed. En dat terwijl we de neiging hebben om onaangename zaken in ons leven zoveel mogelijk te vermijden. We zullen een manier moeten vinden om ermee om te gaan. Ik besloot deze week om maar weer over te schakelen op het herlezen van kinderboeken om mijn nieuwsverslaving in te dammen. Ik koos de boeken over 'Superdetective Blomkwist' van Astrid Lindgren. Toevalligerwijs gaat dat niet alleen over het speuren naar misdadigers door Kalle, een 10-jarig jongetje dat graag detective wil zijn. Het gaat ook over twee bendes die de lange zomervakantie dragelijk weten te maken door elkaar de oorlog te verklaren. De witte rozen en de rode rozen, in het dagelijks leven goede vrienden, dagen elkaar uit en vechten, ontvoeren en gijzelen erop los. En ze sluiten vrede, als er even iets anders tussendoor komt. Oorlog als spel. De kinderen in mijn atelier vertelde ik over de witte rozen Kalle, Eva-Lotta en Anders. Over hun gevechten met de blote vuisten en de wapenstiltes tijdens het avondeten. En ik legde uit dat ik een gevechtspauze in mijn atelier wilde. Want vechten en zaagmachines gaan nou eenmaal niet goed samen. Daarna mochten ze elkaar weer in de pan hakken, zei ik. Ze keken me met verbaasde blikken aan. Het gedrag dat ik zie op de scholen waar ik kom is, denk ik, simpel te verklaren. Kleuters die elkaar omver schieten, oorlog in groep 5 waarbij de ene groep het gebied van de andere groep is binnengevallen; het is rollenspel! Ze verwerken wat ze zien op tv. De situatie in Oekraïne is ingewikkeld, maar zij vertalen het naar iets waar ze wat mee kunnen. Als ik het boek lees over Kalle, dat verscheen in 1946 (!), moet ik denken aan de spanning die ik als kind voelde tijdens het buitenspelen. Met morse-tekens en zaklampen in de nacht, geheime hoofdkwartieren en achtervolgingen in de brandgang. Bestaat dat nog? Mag dat nog? Beschermen we kinderen niet teveel? Houden we ze niet te klein? Ik vind het mooi en ontroerend dat kinderen spontaan willen helpen door iets te knutselen 'voor Oekraïne' of hun frustratie van zich af willen schilderen in een 'Fuck Poetin' poster. Ik geef daar in mijn atelier de ruimte voor. Ik doe niet aan indoctrinatie maar ga in gesprek. Ik neem de kinderen serieus, in hun angst en hun medeleven. En 'helben' moet natuurlijk 'helpen' zijn.
0 Comments
21/1/2022 0 Comments Stel je voor...Ik begon het #sprongatelier vorig jaar kerst met veel.
Kinderen mochten veel verschillende materialen gebruiken, veel uitproberen, veel doen. Dat bleek niet bij alle kinderen goed uit te pakken. De veelheid aan keuzes en mogelijkheden werkten soms verlammend in plaats van inspirerend. Dit schooljaar pak ik het anders aan. De enige die nog last heeft van 'veel' ben ik. Ik heb veel te veel plannen en veel te veel ideeën. Veel van wat ik bedenk, bied ik uiteindelijk helemaal niet aan. Want ik wil graag dat de kinderen meer zelf invullen. Vanuit hun eigen ideeën en bedenksels. En dat kan niet als ik alles vooraf dicht timmer. Dus bied ik de kinderen minder keuzemogelijkheden, maar meer ruimte om aan de haal te gaan met dat wat ik wél aanbied. Helaas is het niet zo simpel. Want dat 'aan de haal gaan' is nog niet zo eenvoudig. Daarvoor moet je een vrije, creatieve geest hebben. Voorstellingsvermogen, fantasie, lef om 'anders' te denken, associatief en ongeremd durven zijn. Ik vind de kinderen tegenwoordig tamelijk 'braaf' en 'aangepast', getraind in 'goede' antwoorden en niet zo sterk in het bedenken van iets 'eigens'. Dus moet ik ze verleiden. Met verhalen, met voorbeelden, met ontregelende vragen... en door ze te laten weten dat hun inbreng ertoe doet. Er is in het huidige onderwijs niet zoveel ruimte voor eigen inbreng van leerlingen. Ik heb jaren gewerkt in het Freinetonderwijs, waar dat vanzelfsprekend wél zo is. Daar komt de wereld via de kinderen de school binnen en vormt daar de basis van het onderwijs. Naast bovenstaand probleem worstel ik ook met het feit dat ik de kinderen technieken wil aanleren. Wat dat betreft ben ik gewoon een ouderwetse juf met een groot hart voor handvaardigheid. Ik zie de basisschool nog steeds als dé plek voor een brede basis(!)ontwikkeling van hoofd, hart en handen. Voor modieuze talentontwikkeling kunnen de kinderen wat mij betreft naar naschoolse cursussen. Dus... stel je eens voor... Aan het begin van de werktijd begin ik met een 'warming-up'. Om de kinderen 'aan' te zetten, in de stand om met een onderwerp aan de haal te gaan. Deze ronde laat ik ze in een klein kartonnetje met een zilveren laagje een eikelhoedje natekenen met een prikpen. Ze hebben allemaal een hoedje gekregen en bekijken het goed. Ze voelen de structuur en zien het patroon erin. Ze krassen in het karton. Daarna verzinnen ze welk dier onder het hoedje zit. We hebben net gepraat over 'het wandelend bos'. Niet dat de bomen pootjes hebben, maar dat een bos kan groeien en veranderen door de grote en kleine dieren die erin leven. Ze kunnen een bestaand dier tekenen, maar ook een fabeldier. Ter inspiratie heb ik het grote boek met platen van Ludwig Volbeda laten zien... een prachtig boek! Ook hoeven ze niet het hele dier te tekenen, want er kan ook alleen iets van de vacht te zien zijn, of een paar vlammetjes, als het een draak is. Daarna wordt er ingeïnkt, met tarlatan gewreven, afgeslagen en gedrukt. In de resterende werktijd kunnen de kinderen kiezen om verder te gaan met etsen of een beestje te knutselen met ijzerdraad, kralen en vilt of een boshuisje te bouwen voor... een beestje. De hele werktijd staat nu in het teken van beestjes in het bos. En de kinderen inspireren elkaar en passen of de beestjes van de één passen in het huisje van de ander. Ik verwissel nog maar eens een figuurzaag en maak foto's. Wat een fijne ronde is dit! 10/12/2021 0 Comments Juf, wat heb je een boze stemSoms maak ik ook minder leuke dingen mee. Of dingen die ik moeilijk vind. Vandaag maar eens een verhaal over mijn ‘boze stem’. Na een aantal weken waarin ik de stations inrichtte en de kinderen opdrachten gaf maakt het thema bos en bomen even plaats voor wat de kinderen het liefst willen doen. Ze bedachten: een knikkerbaan maken, een rendier figuurzagen, een kussentje naaien, slijm maken. Voor de laatste wens heb ik maizena aangeschaft; voor iedere groep 1 pakje. Verder wat goedkope douchezeep en scheerschuim. De meeste kinderen doen eerst het magische maizena proefje door maizena met alleen water te mengen. Het wordt dan een papje dat zowel hard als vloeibaar blijft; heel wonderlijk. Daarna wordt er druk gemengd en geroerd en hoor ik dingen als ‘satisfying’.
Bij de eerste groep had ik gedacht dat de kinderen zelf maat konden houden met de douchezeep en het scheerschuim. Dat bleek niet zo. Maar liefst een hele flacon ging op, net als een hele bus schuim. Oei! Ook het pakje maizena zorgde voor ellende. De kinderen zagen niet goed genoeg hoeveel er was en hoe ze dat eerlijk konden verdelen. Dus ik leerde dat ik dit soort materiaal zo moet aanbieden dat duidelijk is hoeveel er is en dat ik alleen geef hoeveel ikzelf vind dat verantwoord is om te gebruiken. Want op = op. Hoe zielig of lief de kinderen ook vragen om meer. Na een paar groepen had ik het redelijk onder controle. Tot ik vanmorgen een groep trof waardoor bij mij alle stoppen doorsloegen. Er werd ergens in het lokaal gewerkt met glitters. Er waren 10 minidoosjes met allerlei leuke kleurtjes. Bedoeld om de kerstkaarten mee te versieren of voor welk ander idee dan ook. En ja, sommige kinderen deden er ook wat van in de maizena-speelklei die ze hadden gemaakt. En toen ik even met iets anders bezig was gingen 2 jongens compleet los met al die doosjes. Ze hadden in no-time 5 doosjes leeg gemaakt en de tafel met maizena troep was één grote glitterbende. Ik ontplofte. Goed, bewust materiaalgebruik aanleren is een belangrijk doel van mijn werk in het atelier. Daar hoort ook het schoonmaken bij. Het afwassen met een afwaskwast, het uitwringen van een doekje en het dweilen van de vloer. Ik vind het al best erg dat ik degene ben die ze dit moet aanleren, maar ik doe het wel. Toen ik vanmorgen al dit verspild materiaal zag dat opgeruimd en schoongemaakt moest worden werd ik razend. Het gemak waarmee ze dit hadden gedaan, het feit dat ze niet aan de mogelijkheid hadden gedacht dat er misschien ook nog andere kinderen met de glitters wilden werken. Van jonge kleuters die van nature nog wat egocentrisch zijn kun je dit verwachten. Maar deze jongens zijn 10. Wat bezielde hen? Nu, een paar uur later, moet ik bekennen dat ik veel vaker moeite heb met onhandig/mateloos/grenzeloos gedrag van kinderen. Of het nu gaat om verf, hout, lijm, papier of textiel. Heel veel kinderen gebruiken teveel van welk materiaal dan ook, knippen in het midden van een groot vel of stuk stof, zagen een mooie plank in stukken om er vervolgens niets mee te doen. Veel ondoordacht gedrag, veel egocentrisch gedrag ook (het onderling maizena verdelen gaf regelmatig tranen van frustratie en onvrede) en als het om opruimen en schoonmaken gaat hoor ik veel te vaak: ‘ja, maar daar had ik niet mee gewerkt’. Ik vind dat een probleem. Is wat ik zie in mijn atelier een weerslag van hoe we in de samenleving met elkaar en de aarde omgaan? Je zou het bijna denken. Vandaag werd ik boos, maar daar voel ik me slecht over. Het helpt namelijk niks. Van de leerkracht hoorde ik wat meer over de ‘achterliggende problematiek’ van een van de jongens. En ja, hij kwam braaf sociaal gewenst ‘sorry’ zeggen na schooltijd, maar ik zag in zijn blik dat hij er niets van geleerd had. 13/11/2021 0 Comments Mondriaans bomenAan het begin van de werktijd in het atelier begin ik met een korte warming-up. De vorige ronde wachtte ik de kinderen buiten op en tekenden we een boom in het park en maakten we een krijtafdruk van de stam van de boom. Het zijn simpele tekenoefeningen of materiaalonderzoek. Dat was even wennen voor de kinderen; die willen liever een mooi resultaat waar ze trots op kunnen zijn. Inmiddels moeten ze regelmatig hard lachen om hun eigen of elkaars onbeholpen krabbels.
Deze keer kijken we eerst naar kunst als warming-up. Na de kennismakingsperiode waarin we vooral portretten maakten, zullen we de rest van het jaar over ‘bos en bomen’ werken. Het kunstwerk dat ik in dit kader koos om te bekijken was 'De rode boom' van Mondriaan. Anders dan bij het portret van Picasso dat ik de vorige keer liet zien, stelde ik nu de vraag: ‘Als je deze boom ziet, waar moet je dan aan denken?’ De reacties van de kinderen waren heel divers. ‘Het is avond, want de lucht is donkerblauw’. 'De zon schijnt nog op de stam'. ‘Het is herfst want de blaadjes liggen op de grond’. ‘Het is een vuurboom, hij staat in brand’. ‘Ik denk dat het nacht is’. ‘Ik vind het een treurige boom, want zijn takken hangen naar beneden’. ‘De boom in onze tuin lijkt wel wat op deze boom, hij heeft dezelfde vorm’. De volgende boom die ik liet zien was 'De grijze boom' van Mondriaan. ‘Een spinnenweb-boom!’ ‘Er ligt sneeuw’. ‘Het is vast winter, de boom is kaal’. ‘Ik krijg het er koud van’. ‘Ik zie een kat in de takken’. ‘Nee, een gezicht’. ‘Ik moet denken aan mijn hond, die er niet meer is. Die deed altijd een plasje tegen zo’n boom’. Het gesprek kreeg een andere wending. Want bijna iedereen heeft wel een (dood) huisdier. Ik liet nog 2 abstractere kunstwerken zien en we namen de ontwikkeling door die Mondriaan heeft doorgemaakt. Daarna vroeg ik de kinderen de plant op tafel te tekenen in 1 van de 4 stijlen van Mondriaan. In 1 minuut. Daarna zwermden de kinderen uit naar de verschillende stations in het atelier. De schilders gingen naar de schildersezels en daar zag ik tot mijn verrassing een échte Mondriaan ontstaan. In een kort gesprekje met de maker kwam ik erachter dat hij het heel belangrijk vond om de juiste kleur beige te kopiëren. En toen ik tegen de andere schilder zei dat de kleur van zijn lucht me deed denken aan een zonsondergang begon hij te stralen. Dat was precies wat hij wilde. Een boom in de avond. Net als Mondriaan. Zorgen dat er een 'klik' ontstaat met een kunstwerk kan alleen maar door naar gedachten, gevoelens en associaties te vragen. Ik geniet enorm van deze gesprekken, want het gaat nooit over 'mooi' of 'lelijk'. Met deze houding van oprechte nieuwsgierigheid wil ik ook graag naar het werk van kinderen kijken. En wie weet, stapje voor stapje, leren de kinderen ook wel zo naar elkaars werk te kijken. Een interessant artikel dat ik toevallig vandaag las over de Guide to Connect, een nieuw instrument ontwikkeld door Debby Bos-Merién, om met kinderen kunst te kijken, vind je hier. Mijn vorige blogpost over 'kijken naar kunst' in het #sprongatelier vind je hier. 29/10/2021 0 Comments Een heel goed team!‘Juf, moeten we geen veiligheidsbril op?’
Ik ben oprecht verbaasd. Wat een stelletje angsthazen zeg, deze groep 5/6 kinderen. Ik zeg dat ik erop vertrouw dat zij ermee kunnen werken, anders had ik de elektrische figuurzaag hier niet neergezet. Maarrrrr… als ze zichzelf niet vertrouwen moeten ze zeker niet met de zaag aan de slag gaan. Dat zeg ik ook. De boormachine is andere koek. Het is een tamelijk lawaaiige (lees: intimiderende) boor in een standaard waarvan de hendel naar beneden getrokken kan worden. Dat wat er geboord moet worden, moet stevig worden vastgehouden. Dat vraagt moed. Tot nu toe heb ik steeds de werkstukken vastgehouden en kinderen de hendel laten bedienen; dat was stap 1. Mezelf kwetsbaar opstellen en kinderen de verantwoordelijkheid geven om rustig en verstandig de boor te bedienen. Nu vind ik dat het tijd is voor stap 2: In duo’s de boor bedienen en dus zelf de werkstukken vasthouden. Een tweetal wil heeeeel graag. Ze gebruiken liever niet de voorgeboorde takken en blokjes die ik heb klaargelegd voor kinderen die wel willen bouwen met deuvels, maar niet willen boren. Het boren vindt het tweetal echter ‘levensgevaarlijk’ en ‘heel eng’. Dus bouw ik daar ook tussenstappen in: ik hou samen met de een het werk vast, de ander bedient de boor en andersom. Heel langzaam doe ik steeds minder. Tot ik alleen aanwijs welk knopje ingedrukt moet worden en dan kunnen ze het helemaal zelf. Samen. ‘Juf, wij zijn echt een heel goed team!’ 29/10/2021 2 Comments Huppelend hartNa de eerste 6 weken hangt het atelier vol prachtig werk. Het hele lokaal ademt kunst en creativiteit. Ik ben er heel blij mee en zit er tussen de bedrijven door gelukzalig van te genieten. Er was geen plek om alles wat de kinderen gemaakt hadden tentoon te stellen en dus heb ik nu besloten dat er toch werk mee naar huis mag. Hoewel ik eerder had aangegeven dat al het werk op school zou blijven. Het geeft niet. Ik vond het heel zinvol om de instant motivator om iets te maken om mee naar huis te nemen uit te schakelen en nu te ontdekken hoe gehecht de kinderen wel/niet zijn aan het werk dat ze maakten. Achterin de klas heb ik een uitstaltafel ingericht en kunnen de kinderen na de werktijd werk uitzoeken om mee te nemen. De kinderen reageren heel verschillend. De een gaat meteen op zoek naar zijn/haar werk en de ander hoeft niets mee.
Een meisje bleef wat dralen bij het teruggaan naar de klas. Vorig jaar viel ze me op omdat er regelmatig geen land met haar te bezeilen was. Ze wilde weinig tot niets van me aannemen en was erg negatief. Over zichzelf. Zó verschrikkelijk negatief, dat ze niets van wat ze maakte, wilde bewaren. Ze was elke werktijd kwaad op me, omdat ik haar dwong haar reflectiebriefjes aan haar portfolio toe te voegen. Want de tekenoefeningen die ik op de achterkant had laten doen, waren ‘mislukt’, dat zag ik toch ook wel?! Woedende tirades kreeg ik om mijn oren. Ik heb er met haar leerkracht over gesproken, met collega’s en ik heb allerlei dingen bedacht en geprobeerd. Van negeren tot ongevraagd positieve feedback geven op heel onverwachte momenten en contact met haar maken buiten het atelier. En nu zei ze: ‘Juf, ik had nog iets gemaakt, maar ik kan het niet vinden’. Eerder had ik, toen haar klasgenoten er nog waren, de stapel doorgebladerd en af en toe een naam roepend werk omhoog gehouden, dat dan door de eigenaar in ontvangst genomen werd. Zij had haar werk ook aangenomen tot mijn verrassing en ik had mijn best gedaan om dat niet te laten merken. Het leek me goed om haar zo achteloos mogelijk haar werk aan te bieden. En nu wilde ze meer. Ook de experimentele kliederkunst van behangerslijm, steengruis en inkt wilde ze mee naar huis. We zochten en vonden haar werk. Ze nam het mee. Mijn hart huppelde. 3/10/2021 0 Comments Zwart witDe tweede ronde in het #sprongatelier start ik de werktijd met een Kunst Kijk Moment. Ik vraag de kinderen naar een afbeelding te kijken en niet gelijk te reageren. Dan stel ik de vraag: 'wat denk je dat er gebeurt op dit schilderij?' want ik laat een afbeelding van een schilderij zien. Ik nodig alle kinderen uit om iets te zeggen. Ik herhaal, soms letterlijk, soms in iets andere woorden, wat de kinderen benoemen. Ik vat samen, benoem overeenkomsten in observaties en verschillen. Het is verleidelijk om zelf het woord te nemen, want ik weet het een en ander over het schilderij, maar ik laat het open en vraag door. Waarom denk je dat? Waaraan zie je dat? Ik wijs details aan die de kinderen benoemen zodat iedereen mee kan kijken.
Toen ik vertrok bij Kunstkade kreeg ik van een collega het boek "Kunst werkt, mensen reageren op hedendaagse kunst, (Amstelveens Vertaalburo, 2010) en ik las zelf het onlangs in het Nederlands verschenen: Visual Thinking Strategies Met kunst het leren op school verdiepen. Razend interessant en volgens mij een prachtige manier om kinderen kritisch te leren kijken, zonder gelijk te oordelen over mooi en lelijk, goed en fout. En heel geschikt om juist een gevoel van saamhorigheid te laten ontstaan. Iets waar we in de wereld van vandaag enorm behoefte aan hebben. Ik in ieder geval! De gesprekken verlopen geweldig! De meeste kinderen pakken het heel goed op en durven zich uit te spreken. Het scheelt natuurlijk ook enorm dat je mag beginnen met 'ik denk...'. Een enkel kind durft dit nog niet en vertoont daardoor soms storend (clownesk) gedrag dat ik dan later met de eigen leerkracht bespreek. Ook dat gebeurt en is leerzaam. Met elkaar komen de kinderen heel dicht bij dat waar de schilder over heeft geschilderd. Verdriet, wanhoop en angst. Een aantal kinderen herkent de schilder aan zijn stijl, dat vind ik ook bijzonder! Maar het meest verrast was ik door de kinderen die vol overtuiging beweerden dat vroeger alles zwart-wit was; 'ja toch juf?' 29/9/2021 3 Comments Alleen achter de ezelIn het #sprongatelier staat sinds een paar weken een schildersezel. Er kan maar 1 kind werken en ik heb er gelijk de regel aan verbonden dat degene die daarvoor kiest ook echt de hele werktijd (een dik uur) moet besteden aan 1 schilderij. Ik heb er meerdere redenen voor. De belangrijkste is dat ik onthaasting wil (afdwingen). Ik zie namelijk veel kinderen die een enorme haast hebben. In hun bewegingen, hun blik, in hun hele zijn. Bang om iets te missen, om kwijt te raken, te laat te zijn… ik weet het niet.
Er zijn ook kinderen die helemaal opgaan in hun werk en zichzelf en de tijd verliezen. In opperste concentratie werken zonder beïnvloed te worden door klasgenoten. Maar dat zijn er veel minder. Het werk achter de schildersezel nodigt hiertoe uit. Alleen met jezelf, het papier en de verf. De toewijding die ik vraag is voor sommige kinderen een uitdaging omdat ze liever snel snel ‘klaar’ willen zijn. Waarom toch? Oja, een andere reden is: ik heb niet zoveel ruimte om al deze grote kunstwerken te laten drogen en tentoon te stellen. 10/9/2021 0 Comments StationsVoor de zomervakantie kozen de kinderen in het atelier zelf het materiaal en maakten ze wat ze wilden. Dat werkte best goed. Maar er waren toch ook wat haken en ogen aan zoveel vrijheid. De naaimachine was bijvoorbeeld heel populair en de kinderen had ik kussentjes leren naaien, maar ze wilden meer. Kleding! En inderdaad heb ik dat een paar keer begeleid, maar het vroeg veel van mijn tijd en aandacht, die ik dan niet meer aan de rest van de groep kon besteden. En er was nog iets waar ik lang over na moest denken en veel over moest sparren met collega’s. Het viel me op dat veel kinderen in hun comfortzone bleven, kozen voor bekende materialen en technieken. Terwijl ik denk en vind dat een school juist is om te leren wat op onbekend terrein ligt. Lang verhaal kort: ik werk nu met stations.
Er zijn 8 plekken in het atelier die ik heb ingericht rondom een techniek of materiaal, waar ik kort laat zien wat de bedoeling is en hoe je met het materiaal omgaat. Na de uitleg kiezen de kinderen waar ze willen werken. Ze hoeven niet alles te doen (het is zeker geen circuit) en ik heb het zo bedacht dat ik niet overal super nodig ben. Dat ik tijd heb om overal gesprekjes te voeren, te observeren, werk te fotograferen etc. En niet alleen ik ben er heel blij mee. Ook de kinderen zijn blij dat ik de kaders aangeef. En wat wordt er veel geleerd! Het is zwaar genieten, iedere dag weer. Of zoals een meisje vandaag verzuchtte; “Ik zou hier iedere dag wel willen zijn.” Onderstaande foto’s zijn gemaakt op het ‘station’ Oostindische inkt, meer foto's op mijn instagram. 7/9/2021 0 Comments Perfect!Het viel één meisje zwaar. De opdracht om met 1 ononderbroken lijn een gezicht te tekenen. Ze stelde het beginnen uit en keek eerst naar hoe de anderen aanvielen op hun papier. Ze sputterde ‘dit kan ik écht niet’ en ’het wordt écht héél lelijk’.
Na wat bemoedigende knikjes van mij startte ze dan toch. Ze vond het heel lastig en leverde als laatste mopperend het krijtje in. ‘Moet mijn naam er echt op?’ Ze besloot daarna om met een stel anderen te gaan sjabloneren. Ook dat ging niet vanzelf. ‘Mag ik het eerst tekenen?’ Nee, zei ik, want met gelijk knippen heb je misschien minder in de hand, maar krijg je meer kado. Meer toeval, meer verrassingen. En ze ging aan de slag. Ik hoorde hoe zij en haar klasgenoten haar perfectionisme bespraken en ineens stond ze bij me, blij met wat ze had gedaan. |
Heleenwerkt als atelierpedagoog met kinderen uit de groepen 5 t/m 8 van de basisschool. |
Copyright © 2020 - algemene voorwaarden